Slide

VAN 1931 TOT 1988

Neemt je mee door de historie

1924

BAS VAN PELT (1900-1945)

ontwierp in 1924 zijn eerste meubels. Hij kreeg succes, won prijzen en opende in 1931 aan de Lange Houtstraat in Den Haag een eigen winkel voor binnenhuisarchitectuur.

De zaak werd al spoedig een begrip. In Den Haag maar ook in Amsterdam met een in 1938 geopend filiaal en met toonzalen in Maastricht en Enschedé. Hij showde er wooninrichtingen en eigen ontwerpen maar ook creaties van andere ontwerpers uit binnen- en buitenland, zoals Gispen en Thonet. Je kon bij hem terecht voor meubilair voor lampen, stoffen, gordijnen, vloerkleden. En natuurlijk voor de inrichting van je huis.

Bas van Pelt was charmant, veelzijdig en had een groot zakelijk instinct. Toegewijd bedacht hij oplossingen voor nooit voorziene moeilijkheden, deelde de ruimtes opnieuw in, benutte nieuwe materialen en experimenteerde. Hij zag zichzelf als een soort huisvriend van zijn opdrachtgevers die hen helpt bij het scheppen van hun eigen sfeer. Voor hem was leveren bijzaak, de oplossing hoofdzaak.

In 1940 raakte hij betrokken bij het verzet. Door verraad werd hij 1944 gearresteerd en belandde hij in concentratiekamp Sandborstel. Hij overleefde het kamp maar stierf er, sterk verzwakt, eind mei 1945 aan vlektyfus.

Tot aan het einde van de jaren 1920 waren meubels hoofdzakelijk van hout. Ook die van Bas van Pelt.

Al vroeg trok hij de aandacht met strakke, rechtlijnige buffetten. Door een combinatie van meerdere houtsoorten zoals eiken, mahonie en ebbenhout waren het toonbeelden van voorname eenvoud.

Veel van zijn ontwerpen gingen in productie bij de meubelfabriek van zijn schoonvader, J.C. Jansen in Rotterdam. Banken en stoelen werden bekleed met grof geweven stoffen, singelband of tuigleer. Allemaal naar eigen ontwerp.

Tegen 1928 kwamen de eerste stalen buismeubels op de markt. Een paar jaar later ontwierp ook Bas van Pelt dit type meubelen. Een eigen palet van in totaal twaalf objecten: stoelen, zitbanken, dressoirs, tafels, bureaus, lampen.

Dat veranderde rond 1936. Buismeubels bleven nog wel in zijn assortiment maar in zijn eigen ontwerpen keerde hij terug naar het hout. Hij ontwierp nu wel een stuk minder strakke meubelen dan in de jaren 1920. Zijn nieuwe ontwerpen waren ambachtelijke, blankhouten meubels met opvallende details van uitspringende, afgeronde vormen en met zittingen van kussens of riet. Bestand tegen de tand des tijds, passend in een lange Hollandse ontwerptraditie van eenvoud en rust.

1931

1938

Vermoedelijk dankzij zijn pas geopende toonzaal in Enschedé, kreeg Bas van Pelt in 1938 opdracht van de familie Van Duin tot verbouw en inrichting van hun landhuis ’t Zunneke in Lochem.

Deze in Engelse cottage stijl gebouwde, inmiddels afgebroken woning lag in het bosrijke villapark Berkeloord. In de uitvoering van deze opdracht vloeiden al Bas van Pelts kennis, kunde, organisatievermogen en talent samen: het ontwerpen van meubels, een complete woninginrichting en een verbouwing. Op dat laatste vlak had hij al wel eerder, onder meer met de verbouw van een woning in Stompwijk, zijn kunnen gedemonstreerd. Het project in Lochem was echter veel omvattender. Vrijwel het hele huis werd ondersteboven gehaald: hal, woon- en eetkamer, slaapkamer, badruimte, logeervertrek. De verbouwde ruimtes werden ingericht met speciaal door hem ontworpen blankhouten stoelen, tafels, dressoirs en wandkasten. Ook het ontwerp van de stoffering en vloerkleden was van zijn hand, gebruik makend van natuurlijke materialen. Het resultaat ademde rust en harmonie, oogde zowel degelijk als eigentijds. Een geslaagd samengaan van licht, lucht en ruimte, hét ontwerpcredo van zijn tijd.

Modelwoning - Den Haag

De jaren 1950 waren de jaren van wederopbouw, een tijd van uitbreidingswijken en flatwoningen en van vernieuwing.

 

1950

1956

In 1956 bestaat de zaak 25 jaar. Kort daarna verandert de bedrijfsnaam van ‘My Home’ naar ‘Bas van Pelt, binnenhuisarchitectuur’.

Deze naamsverandering is een hommage aan de in 1945 overleden oprichter. Ook verschijnt er een brochure waarin het kunnen van het bedrijf wordt geëtaleerd. Het is een breed palet aan diensten: het ontwerpen, begroten uitvoeren van verbouwingen en betimmeringen, voor het inrichten van woonhuizen, winkels, vergaderzalen, kantines, kantoren, ziekenhuizen, het samenstellen van kleurenschema’s. De brochure toont voorbeelden van zulke inrichtingen bij een advocatenkantoor, school, ziekenhuis en bij bedrijven als KLM en Unilever.

Behalve deze diensten worden er ook meubels ontworpen en ook daarvan staan in de brochure tal van voorbeelden: tafels, stoelen, fauteuils, ameublementen, kastjes, bedden, dressoirs, lampen.

Het bedrijf heeft twee winkels, een in Den Haag en een in Amsterdam. Beide zaken hebben toonzalen waar periodiek het nieuwste op het terrein van moderne meubelen, kunst, verlichting, stoffering en vloerbedekking wordt geshowd. Deze traditie, begonnen door Bas van Pelt, wordt door de huidige eigenaren tot op de vandaag de dag voortgezet.

Vanaf het begin jaren 1950 werken er bij Bas van Pelt meerdere ontwerpers en binnenhuisarchitecten. Onder hen is dochter Janni en haar partner Dick Brouwers.

1961

1964

De goedkoopste manier van verbouwen is het tot stand brengen van de juiste kleurverhouding. Vanuit die visie richten in de jaren 1960 de binnenhuisarchitecten van Bas van Pelt vele woningen in.

Ze maken daarbij veelvuldig gebruik van primaire kleuren: rood, geel en blauw. Die aanpak past in de traditie van de kleurenleer van de vooroorlogse kunstenaarsbeweging De Stijl. En het behoorde ook tot het gedachtengoed van de in 1946 begonnen stichting Goed Wonen, een organisatie waar het bedrijf van Bas van Pelt zich direct na de oprichting bij had aangesloten. Vooral Dick Brouwers, de binnenhuisarchitect die vanaf 1961 aan het roer van de zaak staat, is een groot pleitbezorger van deze benadering. Rood geschilderde wanden zoals te zien op deze afbeelding zijn bijna zijn huismerk. En open boekenplanken in plaats van een gesloten kast trekken de rode muur optisch bij de kamer en vergroten de ruimte. Alles in harmonie met het heldere geel van kunstleer waarmee het strakke meubilair is bekleed. Dat was wel een heel andere benadering dan de zachte kleuren en halftonen die oprichter Bas van Pelt dertig jaar eerder gebruikte bij zijn inrichtingen en bij zijn ontwerpen voor meubelstoffen en vloerkleden.

In de jaren 1970 wordt voor het eerst op ruime schaal kleur toegepast in het interieur, ongeacht het type woning: flat, rijtjeshuis, bungalow of zelfs villa.

 

1976

1984

Bij Bas van Pelt binnenhuisarchitectuur volgt men niet alleen wat er op het terrein van design en huisvesting internationaal gaande is, maar men past zich aan, men ontwikkelt en vernieuwt zich.

Dikwijls gevoed door nieuwe talenten afkomstig van de broedplaatsen van de toekomst, de kunstacademies. Medio jaren 1980 volgt Karel Bodegom de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag en komt hij als bevlogen stagiair bij Bas van Pelt. Al snel groeit er tussen hem en de eigenaren Jannie van Pelt en Dick Brouwers een bijzondere band. Een van de eerste grote opdrachten die Karel onder hun hoede uitvoert, is de complete vernieuwing van de inrichting van een patiowoning in Kijkduin. Na eerst een grondige analyse te hebben gemaakt van de wensen en mogelijkheden van de opdrachtgevers, neemt hij alles onder handen: kasten, vloeren, keuken, slaapkamers, haardpartij, verlichting. Het wordt een geslaagd debuut en is het begin van een steeds nauwere samenwerking met de Jannie van Pelt en Dick Brouwers. De student interieurarchitectuur wordt medewerker en in 2000 wordt de medewerker eigenaar. Een nieuw millennium is begonnen, een nieuwe, ‘derde’ generatie staat aan het roer van Bas van Pelt binnenhuisarchitectuur.